De inspecteur heeft aan X diverse (navorderings-)aanslagen ib/pvv en vb en boeten opgelegd vanwege een verzwegen KB-Lux bankrekening. X komt in beroep. Rechtbank Zeeland-West-Brabant is van mening dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X en zijn echtgenote, gerechtigd waren tot een bankrekening in Luxemburg (KB Lux). Dat X en zijn echtgenote reeds voorafgaand aan de datum waarop het proces-verbaal van identificatie is opgemaakt, zijn bevraagd over de op de microfiches genoemde bankrekeningen bij de KB Lux maakt niet dat sprake is van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel. Ook is er geen sprake van schending van het fair play beginsel. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur bij het opleggen van de aanslagen voldoende voortvarend gehandeld. X heeft geen inlichtingen verstrekt over de bankrekening. Dit leidt tot omkering van de bewijslast. De schatting van de inspecteur ná eliminatie van de factor 1,5 acht de rechtbank redelijk. Ook heeft de inspecteur voor ieder jaar opzet aannemelijk gemaakt. De rechtbank ziet geen aanleiding de boeten in verband met overschrijding van de redelijke termijn met meer dan 20% te verminderen. Deze vermindering heeft de inspecteur reeds in de bezwaarfase toegekend. Toch worden een aantal navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen vernietigd. Dit omdat de echtgenote van X in die jaren het hoogste persoonlijk inkomen had. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingrecht algemeen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 16 september