Een inhoudingsplichtige heeft een aangifte loonheffingen gedaan met een te betalen bedrag van € 75.965. Inhoudingsplichtige heeft dit bedrag betaald in drie delen: vóór de laatste betaaldatum een deel van € 1961 en, op de laatste dag dat tijdige betaling mogelijk is, twee delen van gezamenlijk € 74.004. De Belastingdienst stelt zich op het standpunt dat het bedrag van € 74.004 te laat betaald is en legt een verzuimboete op. De Belastingdienst overlegt afdrukken uit de eigen interne systemen om de te late betaling te bewijzen. De inhoudingsplichtige stelt dat de betaling tijdig heeft plaatsgevonden. De Belastingdienst betwist dit en stelt dat de betaling te laat is.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de datum van ontvangst van de betaling bij de Belastingdienst doorslaggevend is voor de vraag of de betaling tijdig is. Het is aan de Belastingdienst te bewijzen dat de betaling te laat was. Een aantekening in de interne systemen van de Belastingdienst vormt daarbij geen bewijs voor de beoordeling van de tijdigheid van de betaling van de loonheffingen. De verzuimboete hiervoor is ten onrechte opgelegd.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 2012 23
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 9 februari