Op 9 september 2013 heeft X een aanvraag ingediend voor huurtoeslag over de jaren 2007 tot en met 2011. De aanvraag wordt afgewezen. Niet in geschil is dat de aanvraag te laat is ingediend en dat artikel 15 Awir in de weg staat aan inwilliging daarvan. In bezwaar en beroep is het geschil toegespitst op de vraag of X geacht kan worden reeds een aanvraag huurtoeslag 2006 te hebben ingediend in 2005, en in zoverre wel tijdig, ook voor de jaren 2007 tot en met 2011. Volgens Rechtbank Den Haag moet de vraag beantwoord worden of al dan niet aannemelijk is te achten dat X bij gelegenheid van haar op afspraak gemaakte bezoek op 7 oktober 2005 op het kantoor van de inspecteur toen een aanvraag heeft gedaan voor toekenning van huurtoeslag over 2006. Alles wat de inspecteur heeft aangevoerd ter onderbouwing van zijn standpunt dat dit niet aannemelijk is, kan de rechtbank niet overtuigen. Gelet op de situatie waarin X zich in het najaar van 2005 bevond is het alleszins aannemelijk te achten dat zij tijdens haar bezoek heeft beoogd zowel zorgtoeslag als huurtoeslag aan te vragen. X heeft, onder verwijzing naar een rapportage van de Nationale Ombudsman, onweersproken gesteld dat toen en daarna de administratie van de inspecteur een warboel was. De rechtbank is van mening dat X, na afweging van hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij destijds ook een aanvraag huurtoeslag voor 2006, en latere jaren, al in 2005 heeft ingediend. De rechtbank bepaalt dat de inspecteur inachtneming van deze uitspraak nieuwe besluiten over die jaren neemt. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 17 maart