X is eigenaar van een recreatiewoning in de gemeente Zuidplas. Rechtbank Den Haag verlaagt de WOZ-waarde 2012 van € 97.000 naar € 59.000. X gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag (MK I, 29 oktober 2014, BK-14/00063, V-N Vandaag 2014/2196) acht het niet aannemelijk dat het feit dat de leidingen onder de woning zijn omhuld met mantelbuizen van asbest, een negatieve invloed heeft op de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak. Het feit dat X niet beschikt over een objectgebonden woonvergunning is evenmin reden om de WOZ-waarde verder te verlagen dan de rechtbank al heeft gedaan. De heffingsambtenaar heeft met een aantal verkoopcijfers van kavels zonder opstal aannemelijk gemaakt dat de waarde van de kavel van X € 62.000 bedraagt. Vervolgens heeft de heffingsambtenaar een bedrag van € 3.000 afgetrokken in verband met de sloop en verwijdering van de opstallen op het perceel. Hiermee is voldoende rekening gehouden met het waardedrukkende effect van de imminente sloop van de opstallen op het perceel. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17