Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet de vereiste aangiften IB/PVV heeft gedaan voor de jaren 2014-2018 en bevestigt de redelijke schatting van de inspecteur. De inspecteur heeft het aangetroffen bedrag terecht gespreid over de verschillende jaren.
X is door de strafrechter veroordeeld voor onder andere witwassen en oplichting. De inspecteur heeft navorderingsaanslagen opgelegd voor de jaren 2014-2018, gebaseerd op de aangetroffen contante gelden. De rechtbank heeft de beroepen van X gegrond verklaard en de boetes vernietigd. X gaat in hoger beroep en stelt dat de contante gelden afkomstig zijn van een lening uit de Verenigde Arabische Emiraten van € 850.000. In geschil is of X de vereiste aangiften heeft gedaan en of de inspecteur een redelijke schatting van het inkomen heeft gemaakt.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet de vereiste aangiften IB/PVV heeft gedaan voor de jaren 2014-2018 en bevestigt de redelijke schatting van de inspecteur. De inspecteur heeft het aangetroffen bedrag terecht gespreid over de verschillende jaren. X geeft geen plausibele verklaring voor de contante gelden. Het hof acht de verklaring van een lening van € 850.000 in contanten ongeloofwaardig. Voor de jaren 2017 en 2018 vermindert het hof de aanslagen in box 3, omdat X aannemelijk maakt dat er geen rendement is behaald op de contante gelden. Het hoger beroep is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 21 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag