Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur X terecht niet heeft ingedeeld in sector 12. De aard van de werkzaamheden van X verschilt te veel van de bedrijven die terecht in sector 12 zijn ingedeeld, en zijn bepaald niet aan te duiden als een motorvoertuigenbedrijf. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Vier concernvennootschappen, gezamenlijk aangeduid als X, zijn per 1 januari 2006 door de inspecteur van rechtswege aangesloten bij sector 45: Zakelijke dienstverlening III. Het grootste deel van de overige vennootschappen van het concern houdt zich bezig met het uitoefenen van het autodealerbedrijf en is aangesloten bij Sector 12: Metaal- en Technische Bedrijfstakken. X verzoekt in 2018 om aansluiting bij sector 12. De inspecteur wijst dit verzoek af, maar wijst het verzoek om concernaansluiting per 1 juni 2018 toe. In 2021 verzoekt X om aansluiting bij sector 12 per 1 januari 2013. De inspecteur wijst het verzoek af.

Hof Amsterdam (V-N 2023/14.1.3) oordeelt dat de inspecteur X terecht niet heeft ingedeeld in sector 12. De aard van de werkzaamheden van X verschilt te veel van de bedrijven die terecht in sector 12 zijn ingedeeld, en zijn bepaald niet aan te duiden als een motorvoertuigenbedrijf. X verricht namelijk holdingactiviteiten, het onderhoud van gebouwen, ICT, groepsadministratie en receptie en de (dag)verhuur van personenauto’s en bedrijfswagens. Voor de sectorindeling zijn de feitelijke werkzaamheden bepalend en niet de sector waartoe de groepsvennootschappen behoren voor wie zij de werkzaamheden verricht. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 96

Wet financiering sociale verzekeringen 95

Regeling Wfsv 5.4

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Premieheffing

Editie: 4 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

91

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen