Belanghebbende, X, is arts en heeft aanvullend een acupunctuuropleiding gevolgd. In geschil is of de door hem verrichte acupunctuurbehandelingen vrijgesteld zijn van omzetbelasting. Met ingang van 1 januari 2013 is de btw-vrijstelling voor de gezondheidskundige verzorging van de mens als bedoeld in art. 11 lid 1 onderdeel g, ten eerste van de Wet OB 1968 gewijzigd. Diensten op het gebied van gezondheidskundige verzorging van de mens door artsen zijn alleen nog vrijgesteld indien zij tot de deskundigheid van het beroep van arts behoren en onderdeel vormen van de artsenopleiding.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in navolging van de rechtbank dat werkzaamheden op het gebied van acupunctuur zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Het hof overweegt dat in de Wet OB 1968 de omschrijving van het (para)medisch beroep niet zodanig is dat acupunctuurhandelingen zijn uitgesloten van de vrijstelling. Het hof oordeelt vervolgens aan de hand van alle relevante omstandigheden van dit geval dat de acupunctuurbehandelingen die X verricht soortgelijk zijn aan de diensten, die (para)medici, in het bijzonder artsen, verlenen en die zijn vrijgesteld op grond van art. 11 lid 1 aanhef en onderdeel g ten eerste onderdeel a van de Wet OB 1968. Op grond van het beginsel van fiscale neutraliteit delen de diensten van X daarom in de btw-vrijstelling.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11-1-g
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 22 september