Belanghebbende, X, is eigenaar van twee percelen grond in de gemeente Tilburg. Op het ene perceel staat zijn woning, het andere perceel dient als achtertuin. Voorheen stond naast de woning van X een winkelpand. Na de sloop van dat pand resteert een klein gedeelte (0,23 cm) dat is verbonden met de woning van X. De woning van X en het niet gesloopte gedeelte van de winkel worden gescheiden door een mandelige muur. Tegen het niet gesloopte deel van de winkel is een zogenoemde klampmuur geplaatst (0,10 cm breed). Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 17 februari 2017, 15/01247, V-N Vandaag 2017/980) oordeelt dat de heffingsambtenaar het perceel met daarop de woning van X en het perceel dat dient als achtertuin terecht heeft aangemerkt als een WOZ-samenstel. De tweede percelen en de woning zijn alle drie bij X in eigendom en gebruik en horen bij elkaar. Op een klein stukje grond van het perceel dat dient als achtertuin, staat een gedeelte van de klampmuur van de winkel die vroeger naast de woning van X stond. Dit gedeelte is niet in gebruik bij X. Het hof is van oordeel dat de heffingsambtenaar hiermee voldoende rekening heeft gehouden door € 2000 in mindering te brengen op de waarde van de grond en € 3000 op de waarde van de opstal. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde op € 78.000.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
X verzoekt om herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 oktober