Rechtbank Den Haag oordeelt dat voor het in rechte te beschermen vertrouwen meer is vereist dan dat de inkomsten in andere jaren wel als winst uit onderneming zijn geaccepteerd.
X werkt als acteur voor en via diverse stichtingen. Met één daarvan heeft X een arbeidsovereenkomst gesloten. In geschil is of zijn inkomsten als winst uit onderneming hebben te gelden.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat voor het in rechte te beschermen vertrouwen meer is vereist dan dat de inkomsten in andere jaren wel als winst uit onderneming zijn geaccepteerd. X beroept zich ook vergeefs op het gelijkheidsbeginsel. Voor het bestaan van begunstigend beleid zijn namelijk geen aanknopingspunten geboden (vgl. Hof Amsterdam 21 januari 2021, 15/00589, V-N Vandaag 2021/481). X maakt niet aannemelijk dat in rechtens en feitelijk vergelijkbare gevallen de inkomsten als winst uit onderneming zijn aangemerkt. Het beroep van X is uitsluitend gegrond, omdat zijn belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden door een hogere kostenaftrek wordt verlaagd met € 32.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 6 oktober