Aan belanghebbende, X, is een legesaanslag opgelegd ter zake van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de werkzaamheden die de gemeente voor X heeft verricht zo ‘mager' zijn dat zij niet de heffing van leges rechtvaardigen. De leges zijn enkel geheven voor twee administratieve handelingen, te weten het registreren van de aanvraag en het publiceren daarvan in het gemeenteblad. Naar het oordeel van het hof hebben deze twee administratieve handelingen te weinig ‘substance' om te kunnen spreken van dienstverlening jegens X waarvoor leges kunnen worden geheven tot een bedrag als in het onderhavige geval. Voorts acht het hof van belang dat X geloofwaardig heeft verklaard dat zij de omgevingsvergunning heeft aangevraagd op advies van de behandelend ambtenaar, dat zij op het terrein van de lokale belastingheffing als leek moet worden beschouwd en dat zij zich in haar contacten met de behandelend ambtenaar niet heeft laten bijstaan door een fiscaal adviseur. Het hof komt tot de slotsom dat het hoger beroep gegrond is en dat de leges ter zake van de activiteiten bouwen ten onrechte zijn geheven.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 8 maart