Hof Amsterdam beslist dat de activiteiten van een onderzoekschrijver geen bron van inkomen vormen. Een objectieve voordeelsverwachting ontbreekt. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X houdt zich bezig met activiteiten die hij omschrijft als onderzoekschrijver. In zijn aangifte ib/pvv 2013 geeft X een bedrag van € 0 aan als resultaat uit overige werkzaamheden en een bedrag van € 12.936 als aftrekbare kosten. Het verzamelinkomen bedraagt € 0. In de jaren 2001 tot en met 2013 heeft X met zijn activiteiten als onderzoekschrijver alleen maar negatieve resultaten behaald. Bij het vaststellen van de aanslag ib/pvv 2013 accepteert de inspecteur de kostenaftrek niet. Volgens de inspecteur is er namelijk geen sprake van een bron van inkomen. X komt uiteindelijk in hoger beroep.

Hof Amsterdam (V-N 2019/4.28.8) beslist in navolging van de rechtbank dat de geclaimde kostenaftrek terecht niet als verlies is geaccepteerd. Er is geen sprake van een bron van inkomen omdat een objectieve voordeelsverwachting ontbreekt. Verder beslist het hof dat X niet in zijn procespositie is geschaad. Het proces-verbaal van de zitting van de rechtbank voldoet aan de wettelijke vereisten. Ook heeft de rechtbank de beginselen van een behoorlijke procesorde niet geschonden. Daarnaast maakt X niet aannemelijk dat de inspecteur enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur of het vertrouwensbeginsel heeft geschonden. Het hoger beroep is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:61

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Wet inkomstenbelasting 2001 3.148

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 27 november

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen