De Staatssecretaris van Financiën heeft het verzamelbesluit betreffende de herinvesteringsreserve geactualiseerd. Het beleidsbesluit van 9 december 2011, nr. BLKB2011/2061M, V-N 2012/2.12 wordt hierbij ingetrokken. Het nieuwe besluit heeft terugwerkende kracht tot en met 27 oktober 2015.
Geactualiseerd of verduidelijkt zijn bijvoorbeeld de volgende onderdelen:
- Onderdeel 2.4 Geen vorming HIR als deze niet wordt afgeboekt: Voor de instandhouding van de gevormde HIR moet het herinvesteringsvoornemen onafgebroken aanwezig zijn. Als een relevant herinvesteringsvoornemen dus niet langer aanwezig is, moet de eerder gevormde HIR in de winst worden opgenomen (HR 9 november 2012, nr. 11/05078, V-N 2012/57.10);
Onderdeel 2.9 Geen HIR en evenmin toepassing ruilarresten bij normale verkoop uit handelsvoorraad: Toepassing van de ruilarresten wordt uitgesloten bij vervreemding van een bedrijfsmiddel waarvoor in beginsel een HIR kan worden gevormd (HR 23 mei 2014, nr. 13/01702, V-N 2014/26.17);
Onderdeel 5.4 Investering in het buitenland: Op 1 januari 2012 is voor belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten ingevoerd. De manier waarop met de HIR rekening wordt gehouden bij de vaststelling van de (wereld)winst en de buitenlandse winst is met de invoering van de objectvrijstelling echter niet geëindigd.
Verder zijn er onderdelen of passages van onderdelen verwijderd omdat ze door tijdsverloop hun belang verloren hebben of omdat ze door de jurisprudentie achterhaald zijn.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 5 november