Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat onzakelijk is gehandeld door geen pachtafstandsvergoeding te bedingen bij het opzeggen van de pacht.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X BV niet aannemelijk maakt dat een lager gebruikelijk loon dan de inspecteur heeft gehanteerd, gerechtvaardigd is vanwege een structurele verliessituatie of vanwege de continuïteit van het bedrijf.

Hof Amsterdam oordeelt dat de rechter niet hoeft in te grijpen ten aanzien van het geconstateerde rechtstekort. Het hof verwijst daarbij onder andere naar het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2019.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het verzoek om geruisloze omzetting op grond van art. 3.65 Wet IB 2001 terecht heeft afgewezen. De activiteiten die na de verkoop van het restaurant en de B&B resteren, vormen geen materiële onderneming.

Hof 's-Hertogenbosch bevestigt het oordeel van de rechtbank dat X binnenlands belastingplichtig is. De inspecteur maakt echter niet aannemelijk dat de door X ontvangen bedragen ROW vormen.

De Nederlandse overheidsuitgaven overschrijden de richtlijnen van de nieuwe Europese begrotingsregels. Nederland moet meer bezuinigen om te voorkomen dat de overheidsuitgaven op de middellange termijn boven de Europese normen uitvallen. Dat zegt de Europese Commissie. 

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de door de inspecteur opgelegde IB-navorderingsaanslagen 2009, 2012 en 2013 correct zijn. De rechtbank heeft deze ten onrechte vernietigd. De aanslag voor het jaar 2010 is te laag vastgesteld door de rechtbank en die voor het jaar 2011 is ten onrechte verminderd.

De NOB vraagt om een zekere mate van souplesse voor de timing van de registratieplicht voor exploitanten van cryptoactiva, gezien de onduidelijkheden over de nieuwe regels. Dit schrijft de NOB in haar reactie op de internetconsultatie ‘Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling cryptoactiva’.

Hof Arnhem-Leeuwarden wijst het verzoek om herziening af, omdat het feit dat in de aanslag een bedrag aan loon is begrepen dat X nooit heeft genoten, haar al vóór de uitspraak bekend kon zijn. Ook het feit dat X in de databank FSV is opgenomen, is geen grond voor herziening. De Hoge Raad verklaart ook het tweede herzieningsverzoek niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Vanaf 21 november 2024 kunnen medewerkers van organisaties en intermediairs de machtigingen in nog meer situaties digitaal inzien en intrekken.