Belanghebbende, de heer X, is enig bestuurder van een bv die in november 2012 failliet gaat. In september 2012 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de bv en de ontvanger over de betalingsproblemen van de bv. Volgens de ontvanger is daarom op die dag de melding betalingsonmacht gedaan. X stelt echter dat een administratief medewerkster van de bv reeds in maart 2012 de betalingsonmacht heeft gemeld, maar dat daarvan geen bewijsstukken zijn. In geschil is of X terecht aansprakelijk is gesteld voor de loon- en omzetbelastingschulden van de bv.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X als bestuurder zelfstandig verantwoordelijk is voor de fiscale verplichtingen van de bv. Het leggen van bepaalde werkzaamheden bij een medewerkster ontslaat hem dus niet van die verantwoordelijkheid. De naheffingsaanslag omzetbelasting over het tweede kwartaal 2012 is door de ontvanger terecht geschat op basis van de twee voorgaande kwartalen. Het maakt niet uit dat X bv in het vierde kwartaal failliet is gegaan. Het beroep van X is slechts gegrond, omdat de ontvanger de aansprakelijkstelling alsnog heeft laten vervallen voor wat betreft de boetes, vervolgingskosten en de invorderingsrente.
Wetsartikelen: