Staatssecretaris Van Rij van Financiën komt met een vereenvoudiging van de bewijslast voor het verstrekken van een fiets van de zaak in combinatie met een (vaste) onbelaste reiskostenvergoeding.

De fietsregeling geldt als de werkgever mede voor privégebruik een fiets van de zaak ter beschikking stelt aan een werknemer. De werkgever houdt dan rekening met een forfaitaire bijtelling van 7% van de waarde (inclusief omzetbelasting) van de fiets. Als de werknemer voor woon-werkverkeer alleen gebruik maakt van de fiets levert dit geen problemen op. Als de werknemer naast de fiets van de zaak gebruik maakt van een privéauto en aanspraak maakt op een (vaste) reiskostenvergoeding lopen de administratie lasten op. De werkgever moet in dat geval per dag bijhouden hoe de werknemer naar het werk is gekomen.

De staatssecretaris biedt de mogelijkheid om werkgevers en werknemers individueel afspraken te laten maken over hoeveel dagen per week met de fiets van de zaak wordt gereisd en hoeveel dagen met de eigen auto. Deze afspraken kunnen de basis vormen voor de vaste onbelaste reiskostenvergoeding mits de afspraken zijn afgestemd op de persoonlijke omstandigheden van de werknemer en voldoende realiteitswaarde hebben. Een incidentele afwijking leidt niet tot aanpassing van de vergoeding.

De vereenvoudiging wordt opgenomen in de volgende uitgave van het Handboek Loonheffingen.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 7 februari

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

61

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen