Tot de nalatenschap van A, de moeder van belanghebbende, X, behoort een woning. De WOZ-waarde 2010 van de woning bedraagt € 457.000. A heeft twee legaten aan X toegekend. X ontvangt krachtens het legaat € 45.697 op zijn bankrekening van de notaris. Hierbij is aan de woning een waarde van € 400.000 toegekend. De inspecteur kent aan de legaten een waarde toe van € 62.430. X is echter van mening dat de waarde niet hoger kan zijn dan hij heeft ontvangen. Hof Amsterdam oordeelt dat voor de heffing van erfbelasting moet worden aangesloten bij de waarderingsregels uit de Successiewet 1956. Volgens het hof kan voor de heffing van erfbelasting dan niet worden aangesloten bij de verkrijging zoals deze is uitbetaald door de notaris. De aanslag blijft in stand.
Advocaat-generaal IJzerman concludeert dat uit de jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat de WOZ-waarde voor de heffing van erfbelasting in aanmerking moet worden genomen bij de verkrijging van een woning. De A-G overweegt daarbij dat de wetgever uit het oogpunt van vereenvoudiging van de uitvoering van de erfbelasting voor deze methode heeft gekozen en ook heeft mogen kiezen. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 29 september