Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de onderneming geen bron van inkomen is. Zowel het Iraanse energieproject als de handelsmissies hebben niets opgeleverd en inmiddels is X door ernstige privéomstandigheden niet in staat om nieuwe initiatieven te ontplooien. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

X staat sinds 2008 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als adviseur op het gebied van management en bedrijfsvoering. De enige concrete activiteit betreft het onderzoeken of er in Iran mogelijkheden zijn om een energieproject op te starten. Dit project is in 2009 gestrand en pogingen om een factuur van € 450.000 te innen, liepen op niets uit. In 2014 neemt X nog wel deel aan handelsmissies naar de Filipijnen, Turkije en Vietnam. In geschil is of X in 2018 terecht aftrek claimt van een ondernemingsverlies. Rechtbank Gelderland stelt X in het ongelijk.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2023/14.1.1) oordeelt dat de onderneming geen bron van inkomen is. Zowel het energieproject als de handelsmissies hebben niets opgeleverd en na 2014 is X door ernstige privéomstandigheden niet in staat geweest nieuwe initiatieven te ontplooien. De vraag of de opgevoerde kosten zakelijk zijn, kan daarom in het midden blijven. X' hoger beroep is ongegrond. X gaat in cassatie, maar betaalt het griffierecht niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 19 juni

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen