Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X in 2014 en 2015 ab-inkomen heeft genoten. Via afboekingen op de rekening-courantschuld van X heeft Holding bv zich in 2014 een voordeel laten ontgaan, waardoor zij is verarmd en X is verrijkt. Daarnaast zijn de betalingen van nv 1 aan Holding bv in 2015 terecht tot het ab-inkomen gerekend.

Belastingadviseur X neemt via zijn Holding bv deel als partner in advocatenkantoor nv 1. Omdat X zijn IB-aangifte 2014 niet indient, legt de inspecteur ambtshalve een IB-aanslag op. Daarbij neemt hij een inkomen van € 600.000 in aanmerking. X maakt bezwaar. De inspecteur stelt vervolgens vast dat X ab-inkomen van € 308.170 heeft genoten. X is het daar niet mee eens. X stelt onder andere dat het heffingsrecht van Nederland wordt beperkt omdat hij inwoner is van de VS. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur in 2014 terecht € 262.652 aan ab-inkomen in aanmerking heeft genomen. Volgens de rechtbank maakt de inspecteur aannemelijk dat de afboekingen van € 136.990 en € 125.662 op de rekening-courantschuld van X hebben plaatsgevonden. Daarmee is door Holding bv aan X een voordeel toegekend. In de aanslag 2015 worden de betalingen van nv 1 aan Holding bv terecht in aanmerking genomen als ab-inkomen.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X in 2014 en 2015 ab-inkomen heeft genoten. Via de afboekingen van € 136.990 en € 125.662 op de rekening-courantschuld van X heeft Holding bv zich een voordeel laten ontgaan, waardoor zij is verarmd en X is verrijkt. Omdat X niet aannemelijk maakt dat hij in 2014 in de VS aan belasting was onderworpen, is een beperking van het Nederlandse heffingsrecht niet aan de orde. Voor het jaar 2015 oordeelt het hof dat X niet is aan te merken als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige en dat hij de hypotheekrente van zijn Belgische eigen woning niet in aftrek kan brengen. X heeft namelijk geen inkomensverklaring van de Belgische belastingautoriteiten overgelegd. Verder heeft de inspecteur in 2015 ook terecht ab-inkomen (€ 394.965) in aanmerking genomen. Omdat X niet aannemelijk maakt dat hij in 2015 in België aan belasting was onderworpen, is een beperking van het Nederlandse heffingsrecht niet aan de orde. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 4

Wet inkomstenbelasting 2001 4.13

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Inkomstenbelasting

Editie: 6 september

Informatiesoort: VN Vandaag

1099

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen