Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv recht heeft op de afdrachtvermindering onderwijs. X bv maakt namelijk aannemelijk dat de door de werknemers gevolgde opleiding voldoet aan de wettelijke bepalingen.

X bv drijft een groothandel in hout- en plaatmateriaal. Haar activiteiten bestaan uit de handel in, en de bewerking van hout, houtwaren en aanverwante artikelen, en het transporteren van de verhandelde materialen. Diverse werknemers van X bv volgen het opleidingsprogramma ‘Slimmer produceren'. X bv claimt de afdrachtvermindering onderwijs voor de werknemers die de deelkwalificaties Ondersteunende vorming houtberoepen op de niveaus 2, 3 of 4 hebben gevolgd. De inspecteur is echter van mening dat X bv ten onrechte de afdrachtvermindering onderwijs heeft geclaimd, en legt navorderingsaanslagen loonheffingen op aan X bv. De inspecteur stelt daarbij onder andere dat het opleidingsprogramma ‘Slimmer produceren' niet kwalificeert als een beroepsopleiding in de zin van de WEB.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur bevoegd is te toetsen of is voldaan aan de eisen voor toepassing van de WVA. Volgens de rechtbank gaat die toets echter niet zo ver dat de inspecteur mag beoordelen of de kwaliteit van de opleiding past binnen de WEB. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat X bv aannemelijk maakt dat de door de werknemers gevolgde opleiding voldoet aan de wettelijke bepalingen. X bv heeft dan ook recht op de afdrachtvermindering. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslagen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 21 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen