Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de accountant niet de vereiste aangifte heeft gedaan door geen gebruikelijk loon aan te geven. De aanspraken op het pensioen en de lijfrente zijn terecht met 20% revisierente in de heffing betrokken.
X is accountant en woont in België. Hij is enig aandeelhouder van X BV, die accountants en belastingadviseurs begeleidt bij de koop, verkoop en fusies van kantoren (zie 20/4805). In geschil zijn de (navorderings)aanslagen in de IB-sfeer over 2013 tot en met 2019. Volgens de inspecteur is de rekening-courantschuld eind 2013 bij de BV dermate hoog (€ 939.399), dat X feitelijk zijn pensioen en lijfrente heeft afgekocht. Daarnaast is voor alle jaren alsnog een gebruikelijk loon belast.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X voor 2013 niet de vereiste aangifte heeft gedaan door geen gebruikelijk loon aan te geven. De aanspraken op het pensioen en de lijfrente zijn dat jaar terecht met 20% revisierente in de heffing betrokken. X stelt vergeefs dat de correctie als inkomen uit werk en woning in plaats van inkomen uit aanmerkelijk belang discriminatoir is ten opzichte van binnenlands belastingplichtigen. De verzuimboeten van in totaal € 6360 voor het niet tijdig doen van de aangiften zijn ook terecht. X stelt vergeefs dat hij eerst de uitkomsten van het onderzoek bij de BV wilde afwachten. Voor enkele jaren is de redelijke termijn overschreden, maar dit heeft geen gevolgen omdat die boeten elk niet hoger zijn dan € 1000.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30i
Wet op de loonbelasting 1964 19b
Wet inkomstenbelasting 2001 3.133
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 13 juni
Informatiesoort: VN Vandaag