Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de afkoop van de levensverzekering door X in het jaar 2011 is genoten omdat de uitkering in dat jaar vorderbaar en inbaar was.

Bij de aanslagregeling wijkt de inspecteur af van de door X ingediende aangifte ib/pvv over het jaar 2011. Hij voegt het door X van uitkeringsinstantie A nv ontvangen bedrag toe aan het belastbare inkomen uit werk en woning onder verrekening van een bedrag aan loonheffing. Het betreft de afkoop van een polis. De einddatum van de levensverzekering was 21 december 2011. X heeft het verzoek tot afkoop op 15 november 2011 getekend. De afdeling expiraties heeft op 8 december 2011 de opdracht tot uitbetaling gegeven. De daadwerkelijke betaling heeft begin 2012 plaatsgevonden. In (hoger) beroep is in geschil of het van A nv ontvangen bedrag, is genoten in het jaar 2011, zoals de inspecteur stelt, of in het jaar 2012, zoals X stelt. In navolging van de rechtbank beslist Hof Arnhem-Leeuwarden dat het door X van A nv ontvangen bedrag in het jaar 2011 is genoten. Niet gesteld of gebleken is dat A nv in het jaar 2011 niet in staat was een eventuele afkoop van een levensverzekering uit te keren. De inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat de uitkering in dat jaar vorderbaar en inbaar was. De stelling van X dat artikel 3.146 Wet IB 2001 een rangorde kent, vindt geen steun in het recht. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.146

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 22 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen