Het afschaffen van de BPM-teruggaaf voor taxi’s en openbaar vervoer per 2020 betekent dat bij aanschaf en eerste registratie van een nieuw voertuig BPM verschuldigd is. De maatregel raakt niet het bestaande wagenpark maar alleen aanschaf en registratie van een nieuw voertuig. Ook verplicht deze maatregel taxi-exploitanten niet tot het vervangen van voertuigen. Dit antwoordt staatssecretaris Snel van Financiën op vragen van de Tweede Kamerleden Lodders en Hermans (beiden VVD).

Het is aan individuele taxi- exploitanten om, bij een natuurlijke vervangingsmoment, te bepalen welk voertuig het beste kan worden aangeschaft vanaf 2020. Ten behoeve van de monitoring van het aanbod meldt de bewindsman dat er voor taxivervoer met reguliere straattaxi’s en personenbusjes voldoende zeer zuinige en emissievrije alternatieven lijken te zijn. Voor specifiek taxibusjes met rolstoelplaatsen is het aanbod beperkter. Voor de behandeling van het Belastingplan 2020 komt het kabinet uitgebreider terug op het aanbod van zeer zuinige en emissievrije voertuigen voor doelgroepenvervoer. De teruggaafregeling voor rolstoelbusjes die worden gebruikt voor rolstoelvervoer van en naar zorginstellingen in groepsverband, blijft in stand. Dit betreft een andere regeling, aldus Snel. Bij deze regeling zijn geen taxi-exploitanten betrokken.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 16 juli

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen