Vakantieparkovernachtingen en short-stay vallen ook onder logiesverstrekking waarvoor de afschaffing van het verlaagde BTW-tarief geldt. Dat schrijft staatssecretaris Idsinga van Financiën naar aanleiding van vragen van het Kamerlid Sneller (D66) over de voorgenomen afschaffing van het verlaagde BTW-tarief op logiesverstrekking.
Bij de raming van de verwachte inkomsten uit de afschaffing van het verlaagde BTW-tarief voor logiesverstrekking is uitsluitend gekeken naar het gedeelte van de omzet dat ziet op de overnachtingen. Verder is bij de raming rekening gehouden met zakelijke reizigers die hun BTW in vooraftrek kunnen nemen en met het feit dat voor aanvullende diensten het BTW-tarief ongewijzigd blijft. De effecten van de afschaffing van het verlaagde BTW-tarief voor de winsten van ondernemingen en de gevolgen daarvan voor de vennootschapsbelastinginkomsten zijn niet vast te stellen. De suggestie dat de opbrengsten van deze maatregel tegen zullen vallen onderschrijft de staatssecretaris niet, omdat rekening is gehouden met de zakelijke reizigers en aanverwante diensten en de raming reeds is gecertificeerd door het CPB.
Tot slot stelt de staatssecretaris dat er duidelijke verschillen zijn tussen logiesverstrekking en het gelegenheid geven tot kamperen die voorkomen dat deze vormen van dienstverlening in de ogen van de modale consument met elkaar in concurrentie treden. Het neutraliteitsbeginsel brengt mede met zich mee dat de verhuur van volledig ingerichte tenten en stacaravans ook kwalificeert als het verstrekken van logies, waarvoor het algemene BTW-tarief geldt. Ook is er een onderscheid in serviceniveau bij logiesverstrekking en het gelegenheid geven tot kamperen.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 Tab I-B art. 11
Wet op de omzetbelasting 1968 Tab I-B art. 10
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Rubriek: Omzetbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 16 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag
Dossiers: Prinsjesdag 2024