Belanghebbende, X nv, is in 1991 na aankoop van de aandelen van (onder meer) de gemeente Baarn in een regionaal gasbedrijf, eigenaar geworden van het netwerk voor gas in de gemeente Baarn. X nv en de gemeente Baarn hebben bij de overdracht van de aandelen afgesproken dat de gemeente geen 'vergoedingen, retributies, recognities e.d., voor het hebben, c.q. gebruiken van voorwerpen in, op of boven voor openbare dienst bestemd(e) grond en water, c.q. hun in eigendom toebehorende grond en water' vraagt en/of heft van X nv. Hof Arnhem oordeelt dat deze afspraak eraan in de weg staat dat de heffingsambtenaar aanslagen precariobelasting aan X nv oplegt voor de gasleidingen en elektriciteitskabels in gemeentegrond. De Hoge Raad stemt in met het oordeel van Hof Arnhem dat de afspraak tussen de gemeente Baarn en X nv bij de aandelenoverdracht aan de heffing van precariobelasting in de weg staat. Het hof heeft zonder schending van het recht kunnen oordelen dat de aanslagen, gelet op het bepaalde in de overeenkomst, vernietigd moeten worden. De Hoge Raad verwerpt het middel van B&W inhoudende dat de overeenkomst niet is gesloten door de heffingsambtenaar maar door de gemeente, en dat niet-naleving van die overeenkomst door de gemeente niet aan de orde kan worden gesteld in een procedure voor de belastingrechter waarin de heffingsambtenaar partij is. Op het andere middel, waarin het college van B&W voor het eerst in cassatie betoogt dat de overeenkomst in strijd is met het Europese verbod op staatssteun, slaat de Hoge Raad geen acht omdat hiervoor een onderzoek van feitelijke aard nodig zou zijn, waarvoor in cassatie geen plaats is. Aan dit oordeel doet niet af dat de regels van het EU-recht rechtstreekse werking hebben en voor zoveel nodig ambtshalve moeten worden toegepast (HR 17 april 1996, nr. 29.868, BNB 1996/277). Het cassatieberoep van B&W is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 14 oktober