A-G IJzerman overweegt dat de wettelijke bepalingen over de bedrijfsopvolgingsregeling niet de mogelijkheid bieden om na te vorderen buiten de vijfjaarstermijn van art. 16 AWR. Ook de afspraak tussen partijen biedt die ruimte niet.

Belanghebbende, X, doet in haar aangifte successierecht een beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling zoals die gold tot 31 december 2009. De inspecteur legt zowel een conserverende aanslag op voor het deel van de erfenis dat ziet op ondernemingsvermogen, als een gewone aanslag voor verkregen privévermogen. In beroep bij Rechtbank Breda komen partijen ter zitting een (deel)compromis overeen over de toerekening van posten aan enerzijds de (gewone) aanslag en anderzijds de conserverende aanslag. Over de resterende geschilpunten doet de rechtbank uitspraak op 9 juni 2008, maar deze uitspraak staat reeds onherroepelijk vast.

De inspecteur legt aan X vervolgens de thans in geschil zijnde conserverende navorderingsaanslag successierecht op. Deze aanslag is buiten de navorderingstermijn opgelegd, maar de inspecteur beroept zich op de afspraak die partijen ter zitting van de rechtbank zouden hebben gemaakt. Bij het maken van deze afspraak was volgens de inspecteur de termijn voor het opleggen van een navorderingsaanslag al verstreken en de toepassing van de verlengde navorderingstermijn niet aan de orde geweest. Daarom moet de afspraak volgens de inspecteur in redelijkheid worden uitgelegd. Een redelijke uitleg van de afspraak leidt er volgens de inspecteur toe dat een vermindering van de aanslag gepaard gaat met een verhoging van de conserverende aanslag, omdat de aanslag en de conserverende aanslag communicerende vaten zijn.

A-G IJzerman overweegt allereerst dat de wettelijke bepalingen over de bedrijfsopvolgingsregeling niet de mogelijkheid bieden om na te vorderen buiten de vijfjaarstermijn van art. 16 AWR. Verder stemt de A-G in met het oordeel van het hof dat ook een afspraak tussen partijen geen ruimte biedt om buiten de termijn na te vorderen. Volgens de A-G komt aan de grammaticale interpretatie van de gemaakte afspraak een belangrijke rol toe, nu we hier te maken hebben met professionele partijen die geacht moeten worden goed te hebben begrepen wat aan het papier is toevertrouwd. De A-G acht de uitleg die het hof heeft gegeven aan het compromis niet onbegrijpelijk.

Lees ook het thema Navordering.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 27 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen