De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt over de pensioenmaximering op € 100.000 en de verlaging van de pensioenopbouw per 1 januari 2015.

Brief Staatssecretaris van Financiën, 11 december 2014, nr. DB/2014/502U  

Als de pensioenregeling niet per 1 januari 2015 is aangepast of is voorgelegd aan de Belastingdienst kan dat onwenselijke fiscale gevolgen hebben voor werkgevers en werknemers. Dat antwoordt de Staatssecretaris van Financiën op vragen van het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) over de pensioenmaximering op € 100.000 en de verlaging van de pensioenopbouw. Als de pensioenregeling vóór 1 januari 2015 wordt voorgelegd, kan gebruik gemaakt worden van de wettelijke glijclausule van artikel 19c Wet LB 1964 voor wijzigingen die in moeten gaan per 1 januari 2015. Deze glijclausule houdt in dat de pensioenregeling kan worden ingevoerd en na afstemming met de inspecteur waar nodig kan worden aangepast. Het voordeel van de wettelijke glijclausule is dat de regeling in de periode tussen de invoering en aanpassing met terugwerkende kracht niet als fiscaal onzuiver wordt aangemerkt. De glijclausule geldt dus niet voor pensioenregelingen die na 1 januari 2015 zijn voorgelegd.

Verder deelt hij nog mee dat de aftoppingsgrens van € 100.000 geldt per dienstbetrekking.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Pensioenen, Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 16 december

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen