Rechtbank Den Haag oordeelt dat bij de toerekening van de belastbare inkomsten uit eigen woning niet moet worden aangesloten bij de juridische eigendom, maar bij de economische eigendom en dat X die vanaf 1 januari 2014 voor 100% heeft.

X en Y zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Zij hebben een woning waarop een hypotheek rust. In 2013 verlaat Y de woning en vanaf 2014 staat hij in de Basisregistratie Personen elders ingeschreven. In mei 2015 dient X een verzoek tot echtscheiding in, waarna de rechtbank in augustus 2016 de echtscheiding uitspreekt. In de echtscheidingsbeschikking is o.m. vastgelegd dat 1 januari 2014 geldt als peildatum voor de huwelijksgemeenschap en de waardering van de vermogensbestanddelen. Over de echtelijke woning is vastgelegd dat X, zoals zij vanaf 1 januari 2014 heeft gedaan, alle lasten van de woning voor haar rekening neemt. In januari 2017 verkrijgt X de volledige juridische eigendom van de woning.

In de aangifte IB 2016 berekent X de eigen woning voor 100% aan zichzelf toe. De inspecteur daarentegen rekent bij de vaststelling van de belastbare inkomsten de woning voor 50% toe aan X.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat bij de toerekening van de belastbare inkomsten uit eigen woning niet moet worden aangesloten bij de juridische eigendom, maar bij de economische eigendom en dat X die vanaf 1 januari 2014 voor 100% heeft. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.

Lees ook het thema Eigenwoningregeling. Kijk ook de video over dit onderwerp op TaxVisions.nl

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

Wet inkomstenbelasting 2001 3.110

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 7 augustus

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen