Hof Amsterdam beslist dat X voor de periode dat zijn echtgenote zich met vethoudende crèmes moest insmeren recht heeft op aftrek voor extra uitgaven voor kleding en beddengoed.

De echtgenote van belanghebbende, X, heeft in het jaar 2013 borstkanker gehad. Als gevolg van de bestralingen moet zij vettige crèmes gebruiken om de door de bestraling beschadigde huid vochtig en soepel te houden. Door het insmeren moest zij veel vaker haar kleding wassen en haar bed verschonen. X claimt in zijn aangifte ib/pvv 2015 aftrek van extra uitgaven voor kleding en beddengoed. Ook stelt X recht te hebben op aftrek van dieetkosten van het door zijn echtgenote gevolgde dieet. De inspecteur accepteert deze aftrekposten niet. Uiteindelijk komt X in hoger beroep.

Hof Amsterdam beslist dat de rechtbank terecht de aftrek van dieetkosten niet heeft toegestaan omdat de dieetverklaring niet is ondertekend door een arts. Ook volgt het hof de rechtbank in haar oordeel dat de beschadigde huid een rechtstreeks gevolg is van de medische behandeling en dus een rechtstreeks gevolg van de ziekte. Het is aannemelijk dat het dagelijks insmeren van de huid met vethoudende crèmes heeft geleid tot uitgaven voor extra kleding en beddengoed. Gezien de verklaringen van de echtgenote is er alleen het eerste helft van het jaar 2015 intensief gesmeerd. X heeft alleen voor die periode recht op de aftrek. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 38 lid 2

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 20 mei

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen