Hof Amsterdam volgt het op de zitting door de inspecteur ingenomen standpunt dat de aftrek van specifieke zorgkosten ten aanzien van extra kleding en beddengoed voor de zoon is toegestaan.

Belanghebbende, X, heeft een zoon die huidproblemen heeft. In het jaar 2015 maakt X tandartskosten. Voor de te betalen rekening wordt een betalingsregeling getroffen. In hoger beroep is in geschil of X in het jaar 2015 recht heeft op de door haar geclaimde aftrekken in verband met extra kleding/beddengoed en tandartskosten. Ook verschillen partijen van mening of X recht heeft op een (proces)kostenvergoeding.

Hof Amsterdam volgt het op de zitting door de inspecteur ingenomen standpunt dat de aftrek van specifieke zorgkosten ten aanzien van extra kleding en beddengoed voor de zoon is toegestaan. In die zin is het hoger beroep van X gegrond. De tandartskosten zijn niet aftrekbaar. X maakt namelijk niet aannemelijk dat zij in het jaar 2015 tandartskosten heeft gemaakt die ook in dat jaar op haar hebben gedrukt. X bewijst niet dat zij de tandartskosten ook daadwerkelijk in dat jaar heeft betaald. Het hof kent X proceskostenvergoeding toe. De inspecteur heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die de conclusie rechtvaardigen dat het instellen en voortzetten van het beroep uitsluitend voortvloeide uit X' handelswijze.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 1

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 21 juli

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen