Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X recht heeft op aftrek van partneralimentatie, ondanks het feit dat hij samenwoonde met zijn ex-echtgenoot, omdat er geen sprake was van een gemeenschappelijke huishouding in financieel en/of economisch opzicht.

X en zijn ex-echtgenote woonden in hetzelfde huis, maar leefden feitelijk gescheiden van elkaar en hadden geen gemeenschappelijke huishouding in financieel en/of economisch opzicht. X heeft in zijn aangiften inkomstenbelasting aftrek van partneralimentatie geclaimd. De inspecteur heeft deze aftrek geweigerd. In geschil is of X recht heeft op aftrek van partneralimentatie, ondanks het feit dat hij samenwoonde met zijn ex-echtgenoot.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X recht heeft op aftrek van partneralimentatie. Hoewel X en zijn ex-echtgenote in hetzelfde huis woonden, leefden zij feitelijk gescheiden van elkaar en was ook geen sprake van een gemeenschappelijk huishouden in financieel en/of economische opzicht. Dit vindt ook steun in het vonnis van de kantonrechter van 9 januari 2019. De rechtbank is daarom van oordeel dat vanaf de echtscheiding tot begin 2019 geen sprake is geweest van een gemeenschappelijke huishouding. Ook is niet voldaan aan de strekking van het bepaalde in artikel 1:160 BW, nu zij niet samenwoonden als waren zij gehuwd. In zoverre is het gelijk dus aan X en moet de partneralimentatie, ook voor zover die betrekking heeft op de periode waarin de ex-echtgenote in de woning van X woonde, in aftrek worden toegelaten. X' beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Wet inkomstenbelasting 2001 8.18

Wet inkomstenbelasting 2001 8.15

Wet inkomstenbelasting 2001 6.32

Wet inkomstenbelasting 2001 6.27

Wet inkomstenbelasting 2001 6.4

Wet inkomstenbelasting 2001 6.3

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 31 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

780

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen