Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat X recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. A GmbH kwalificeert namelijk als materiële werkgever van X.

Belanghebbende, X, werkt in dienstbetrekking bij A bv. A bv maakt onderdeel uit van de A-groep. In 2011 verricht X werkzaamheden in Duitsland. X heeft deze werkzaamheden niet verricht in dienstbetrekking van A GmbH, de Duitse vestiging van de A-groep. Ook heeft X geen beloning van A GmbH ontvangen. X stelt dat hij recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting met betrekking tot het loon dat is toe te rekenen aan de in Duitsland gewerkte dagen.

Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat X recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Volgens de rechtbank is er sprake is van een gezagsverhouding tussen X en A GmbH en komen de werkzaamheden voor rekening en risico van A GmbH. Verder is de rechtbank ook van mening dat de beloning voor X geïndividualiseerd doorbelast is aan A GmbH. Volgens de rechtbank kwalificeert A GmbH daarom als materiële werkgever in de zin van art. 10 lid 2 belastingverdrag met Duitsland en komt het heffingsrecht over het loon dat betrekking heeft op de in Duitsland verrichte werkzaamheden toe aan Duitsland. Het gelijk is aan X.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 19 juni

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen