Hof Amsterdam beslist dat X het aantal bezoeken aan het AMC in verband met het verkrijgen van geneeskundige hulp niet aannemelijk heeft gemaakt. De aftrek vervoerskosten wordt verminderd mede omdat uitgegaan wordt van de door de inspecteur gewenste kilometerprijs.

De echtgenoot van belanghebbende, X, lijdt aan congenitale familiaire granulocyptopenie. Daarnaast heeft hij de ziekte van Crohn met de daarmee samenhangende gewrichtsklachten. Hij ondergaat daarvoor behandelingen in het AMC en bij een fysiotherapeut. De echtgenoot is als gevolg van zijn ziekte aangewezen op vervoer per auto. De dochter van X is in het jaar 2010 in behandeling bij een orthopeed in het AMC. In hoger beroep is de hoogte van de (extra) vervoerskosten in geschil die X in haar aangifte ib/pvv 2010 als specifieke zorgkosten in aftrek heeft gebracht. Volgens de inspecteur komen slechts de kosten van 17 ritten naar het AMC voor aftrek in aanmerking en niet de door X gestelde 27 ritten.

Volgens Hof Amsterdam heeft X slechts 17 behandelingen in het AMC en 19 behandelingen door een fysiotherapeut aannemelijk gemaakt. Daarvan uitgaande heeft X dan 2242 km gereden in verband met het verkrijgen van die geneeskundige hulp. Het hof gaat van de door de inspecteur gewenste kilometerprijs van € 0,31 uit. De berekening van de inspecteur die is gebaseerd op de (objectieve) gegevens van (derde) instanties als de NAP en de beschikbare garagenota's biedt namelijk een beter aanknopingspunt dan de door X aan de gemeente doorgegeven maar niet door die instantie gecontroleerde kilometers. Het bedrag van de vervoerskosten wordt vastgesteld op € 695. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 29 december

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen