In verband met de aankoop van een Volvo wordt eind 2010 een bedrag in rekening gebracht aan belanghebbende, X bv. X bv betaalt de koopsom enkele dagen later. Het kenteken wordt vervolgens op naam van X bv gezet, en X bv verzekert de Volvo. In haar btw-aangifte brengt X bv de betaalde btw in aftrek. X bv neemt de Volvo niet op haar balans op, omdat zij deze aanmerkt als privévermogen van A, haar dga, en zij een vordering op A heeft in verband met de aankoop van de Volvo. De inspecteur legt een btw-naheffingsaanslag aan X bv op, omdat de Volvo van A is en X bv geen recht heeft op de aftrek.
Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat de Volvo aan X bv is geleverd. Volgens de rechtbank moet X bv als juridisch eigenaar worden beschouwd omdat:
• de facturen van de leverancier op naam van X bv staan;
• X bv het grootste deel van de facturen heeft betaald;
• het kenteken van de Volvo op naam van X bv is gezet, en
• X bv de auto heeft verzekerd.
De rechtbank merkt hierbij wel op dat de administratieve verwerking voor de VPB-, IB- en loonheffing onjuist is, omdat de auto niet als privévermogen van A valt te etiketteren. X bv heeft recht op aftrek van de voorbelasting.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 3
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 13 november