Belanghebbende, X, gebruikt 28% van de door hem (samen met zijn partner) gehuurde woning voor zakelijke doeleinden. In zijn aangifte ib/pvv over het jaar 2009 etiketteert X het huurrecht van de woning niet als ondernemingsvermogen. In de bezwaarfase maakt X de keuze om dit huurrecht alsnog tot het ondernemingsvermogen te rekenen. In beroep is in geschil of X recht heeft op aftrek van huisvestingskosten betreffende de woning en zo ja, welke kosten voor aftrek in aanmerking komen en tot welke bedragen. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is niet in geschil dat het huurrecht tot het keuzevermogen van X behoort. Het huurrecht van de woning behoort gelet hierop volledig tot het ondernemingsvermogen van X. Dit op grond van de doorhem daartoe gemaakte keuze. Dat brengt mee dat de op de gehele woning betrekking hebbende huur- en andere huisvestingskosten in aftrek kunnen worden gebracht en dat een bijtelling voor het privé-gebruik voor de gehele woning dient plaats te vinden. Deze aftrekmogelijkheid vindt echter voor het woongedeelte zijn begrenzing in de kosten die bij huur van een woning door een huurder plegen te worden gedragen. Deze zogenaamde huurderslasten zijn niet aftrekbaar. De door X gemaakte huurkosten zijn volledig aftrekbaar. Van de kosten van gas/stroom/water/inrichting/gemeentelijke heffingen/waterschapslasten/inboedelverzekering is een gedeelte van 28% aftrekbaar. Het beroep van X is gegrond. De aanslag ib/pvv over het jaar 2009 wordt verminderd.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.19
Wet inkomstenbelasting 2001 3.16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 28 juli