Brief Staatssecretaris van Financiën, 2 juli 2014 IZV/2014/158 M
De Staatssecretaris van Financiën heeft aan de Tweede Kamer een brief geschreven over de stand van zaken met betrekking tot de afvalstoffenbelasting. In de Begrotingsafspraken 2014 is afgesproken dat de afvalstoffenbelasting weer zou worden ingevoerd met een opbrengst van € 100 miljoen structureel. Per 1 april 2014 is een belasting op alleen stortafval gerealiseerd. Die levert echter niet de beoogde € 100 miljoen op in 2015. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is gevraagd de verschillende mogelijkheden voor de afvalstoffenbelasting in kaart te brengen. Op basis van het onderzoek van de PBL stelt de staatssecretaris voor om het afval te belasten dat door Nederlandse bedrijven of gemeenten wordt aangeboden ter storting of ter verbranding. De belasting zou dan geheven moeten worden bij zowel de verbrandingsinrichtingen als bij de stortinrichtingen. Als de belastingplicht gelegd zou worden op de inzamelaars van afval, zou het aantal belastingplichtigen aanmerkelijk toenemen. Dat is volgens de staatssecretaris ondoelmatig. Het tarief zal € 13,00 per ton aangeboden afval bedragen. Dat is een relatief laag bedrag en er is daarom besloten geen vrijstellingen op te nemen. Er zal geen belasting worden geheven op afval dat door buitenlandse bedrijven wordt aangeboden. Ook valt de export van afval buiten de heffing. Het voorstel zal worden opgenomen in het Belastingplan 2015.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Milieuheffingen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 4 juli