Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv de door haar in 2010 bepleite waarde niet aannemelijk maakt. In het door haar overgelegde taxatierapport worden namelijk huurprijzen begroot die niet daadwerkelijk realiseerbaar zijn. De rechtbank staat een afwaardering van € 97.000 toe.

Belanghebbende, X bv, koopt in 2010 voor € 1 mln een perceel grond van een gelieerde vennootschap. Op het perceel grond zou een woonboulevard worden gerealiseerd. Op basis van gewijzigde inzichten is aan het bestemmingsplan de goedkeuring onthouden. Voor het jaar 2016 wordt de WOZ-waarde vastgesteld op € 553.000. X bv wil het perceel afwaarderen naar € 553.000. De inspecteur is het hier wel mee eens, maar stelt dat de marktwaarde in 2010 slechts € 650.000 was. Hij staat daarom een afwaardering van € 97.000 toe.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv de door haar in 2010 bepleite waarde niet aannemelijk maakt. In het overgelegde taxatierapport worden namelijk huurprijzen begroot die niet daadwerkelijk realiseerbaar zijn. De rechtbank volgt de inspecteur dan ook en staat een afwaardering van € 97.000 toe. Met betrekking tot de door X bv gewenste KER overweegt de rechtbank dat X bv de vorming van een KER volstrekt onvoldoende heeft onderbouwd. Daarbij is onder andere van belang dat de tot eind 2015 op de balans staande KER in overleg met de inspecteur naar nihil is afgebouwd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 22 februari

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen