Hof Den Haag oordeelt dat X bv de verhuurde onroerende zaken niet kan afwaarderen naar lagere bedrijfswaarde. Het winkelpand en het kantoorpand waren in 2013 en 2014 nog verhuurd en de omstandigheden die tot een afwaardering aanleiding kunnen geven, hebben zich pas vanaf begin 2016 voorgedaan.
X bv verhuurt haar winkelpand, kantoorpand met vier afzonderlijke units en een tweede kantoorpand. In 2016 komen X bv en de huurder van het winkelpand een huurverlaging overeen (van € 68.848 naar € 43.000). Voor het kantoorpand is in 2012 overeengekomen dat de huur wordt voortgezet en dat na 2014 een huurkorting van € 12.000 wordt verleend.
De huur voor dit kantoorpand is per 31 december 2016 opgezegd en het pand stond daarna leeg. Voor de units geldt dat drie van de vier units kwamen leeg te staan in 2012, 2014 en 2017. De huur van de vierde unit is per 1 december 2016 verlaagd. De panden zijn vervolgens in 2017 en 2018, deels via een veiling, verkocht.
In haar VPB-aangiften waardeert X bv de panden af naar lagere bedrijfswaarde [2013 (€ 485.000) en 2014 (€ 574.000)]. De inspecteur accepteert alleen voor 2013 een afwaardering voor de units van € 105.000 in verband met de leegstand.
Hof Den Haag oordeelt dat X bv de verhuurde onroerende zaken niet kan afwaarderen naar lagere bedrijfswaarde. Het hof overweegt daarbij dat het winkelpand en het kantoorpand in 2013 en 2014 waren verhuurd. Op balansdatum heeft zich dan niet een waardevermindering voorgedaan. De omstandigheden die tot een afwaardering aanleiding kunnen geven, te weten een aanpassing van de overeengekomen huur of opzegging gevolgd door leegstand, hebben zich pas vanaf begin 2016 voorgedaan. Hiermee kan in 2013 en 2014 geen rekening worden gehouden.
Voor de units geldt dat de inspecteur volgens het hof de afwaardering juist heeft berekend. Uiteindelijk verlaagt het hof de VPB-aanslag 2014 nog met een afschrijving van € 73.500, omdat in dat jaar geen afschrijving heeft plaatsgevonden op het kantoorpand.
Lees ook de thema's Afschrijving van bedrijfsmiddelen en Afschrijving van gebouwen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.30a
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 23 juli
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel