Rechtbank Gelderland stelt vast welke vorderingen ten laste van de winst kunnen worden afgewaardeerd en oordeelt dat de niet bedongen huur in aanmerking moet worden genomen als informele kapitaalstorting.
X bv verwerft op 30 januari 2002 een 30% belang in A bv, door uitgifte van 7779 aandelen voor € 1.000.000. Het andere 70% belang in A bv is in het bezit van B bv. Op 4 april 2002 richt X bv E bv op en draagt haar 30% belang in A bv over aan E bv. De koopsom van € 1.000.000 is daarbij schuldig gebleven. Op 4 april 2002 wordt E cv opgericht door E bv. E bv brengt, als beherend vennoot, haar 30% belang in in E cv. E bv is voor 90% gerechtigd tot de winst en het vermogen van E cv. X bv en F bv zijn beide commanditaire vennoot en ieder gerechtigd tot 5% van de winst en het vermogen van E cv. X bv heeft op 16 september 2002 een bedrag van € 300.000 overgemaakt naar E bv, die dit bedrag dezelfde dag heeft overgemaakt naar A bv. Op 8 oktober 2002 verkoopt B bv haar 70% belang in A bv voor € 1 aan E bv. Op 16 oktober 2002 hebben E cv en A bv een leenovereenkomst opgesteld waarin staat dat E cv op 16 september 2002 € 300.000 heeft geleend aan A bv. Op 18 oktober 2002 wordt E bv benoemd tot bestuurder van A bv. Op 24 oktober 2002 betaalt X bv € 1.993.500 aan de financier van A bv ter finale kwijting van een schuld van A bv aan de financier van € 2.883.500. Vervolgens op 6 december 2002 maakt X bv een bedrag van € 100.000 over naar E bv, die dit bedrag dezelfde dag overmaakt naar C bv. Twee maanden later worden A bv, B bv en C bv failliet verklaard. X bv houdt middellijk alle aandelen in H bv. X bv verhuurt activa aan H bv. X bv neemt geen huurbaten in aanmerking in haar aangifte VPB 2007 en waardeert haar vordering op E bv af met € 1.150.000. De inspecteur corrigeert de belastbare winst met € 1.529.027, bestaande uit de niet in aanmerking genomen huur € 327.966, een correctie van de autokosten € 51.031 en de afwaardering van € 1.150.000. X bv gaat in bezwaar, bestrijdt de correcties en stelt zich op het standpunt dat de volledige vordering op X bv ter hoogte van € 4.730.349 dient te worden afgewaardeerd ten laste van de winst. De inspecteur wijst het bezwaar af. X bv gaat vervolgens in beroep.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de vordering ten bedrage van € 1.000.000 ontstaan door de verkoop van het 30% belang in A bv ten laste van de winst kan worden afgewaardeerd. Voorts stelt de rechtbank vast dat geen onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest de overige leningen te verstrekken, onder dezelfde voorwaarden en omstandigheden, tegen een niet winstdelende rente. Deze vorderingen kunnen niet ten laste van de winst worden afgewaardeerd. De rechtbank oordeelt dat de niet bedongen huur in aanmerking moet worden genomen als informele kapitaalstorting en laat de autokosten in aftrek toe. Het beroep van X bv is gegrond.
Lees ook het thema Eigen vermogen versus vreemd vermogen in de vennootschapsbelasting.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 7 januari