Volgens Rechtbank Noord-Nederland is er niet sprake van een (etiketterings)fout die kan worden gecorrigeerd met toepassing van de foutenleer. Geen bijzondere omstandigheden. Voor een keuzeherziening met terugwerkende kracht is geen plaats.

X heeft een in het jaar 2001 aangekocht pand jarenlang tot zijn ondernemingsvermogen gerekend. Vanaf het jaar 2010 rekent X het pand tot zijn privévermogen.  In een brief aan de Belastingdienst van 27 juni 2012 staat dat het beleggingspand ten onrechte in het jaar 2001 tot het ondernemingsvermogen van X is gerekend.  Het pand is van meet af aan verhuurd aan een restaurant. Omdat sprake is van een reguliere verhuursituatie is het pand verplicht privévermogen.  Met een beroep op de foutenleer wil X de fout corrigeren in het laatste openstaande jaar. In de aangiften ib/pvv over de jaren 2010 en 2011 maakt het pand deel uit van box 3. De (primitieve) aanslagen  worden conform die aangiften opgelegd. In april 2013 worden de in geschil zijnde navorderingsaanslagen ib/pvv over de jaren 2010 en 2011 opgelegd. Daarbij wordt het pand door de inspecteur als ondernemingsvermogen in aanmerking genomen. X komt in beroep.

Volgens Rechtbank Noord-Nederland heeft X bij de aanschaf van het pand ervoor gekozen het gehele pand aan te merken als ondernemingsvermogen. Met die keuze heeft X de grenzen der redelijkheid niet overschreden. Er is niet sprake van een (etiketterings)fout die kan worden gecorrigeerd met toepassing van de foutenleer. X is behoudens bijzondere omstandigheden gebonden aan de etikettering omdat die keuze al onherroepelijke fiscale gevolgen heeft gehad. Van zulke bijzondere omstandigheden is volgens de rechtbank niet gebleken. Voor een keuzeherziening met terugwerkende kracht is dan ook geen plaats. De inspecteur handelt niet onredelijk door X aan diens keuze te houden. Verkennend overleg met de fiscus leidt niet tot opgewekt vertrouwen. Er is sprake van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. Een afwijkend beginvermogen verplicht niet zonder meer tot nader onderzoek van de aangifte. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 15 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen