Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de mededeling van X dat hij het niet eens is met de aangekondigde correcties niet automatisch geldt als bezwaar tegen alle uit dat boekenonderzoek voortvloeiende aanslagen.

Belanghebbende, X, exploiteert een handelsonderneming in de vorm van een eenmanszaak en geeft in de jaren 2015-2019 verliezen uit onderneming aan. Na een boekenonderzoek legt de inspecteur diverse (navorderings)aanslagen IB/PVV met belastingrente en boetes op.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de mededeling van X dat hij het niet eens is met de aangekondigde correcties niet automatisch geldt als bezwaar tegen alle uit dat boekenonderzoek voortvloeiende aanslagen. Volgens art. 6:5 Awb moet een bezwaarschrift specifiek verwijzen naar het besluit waartegen het bezwaar is gericht. Het bezwaar tegen de aanslagen 2018 is niet-ontvankelijk, de overige bezwaren wel. De rechtbank acht omkering van de bewijslast gerechtvaardigd omdat de boekhouding van X ernstige gebreken vertoont, met name door een zeer gebrekkige kasadministratie terwijl alle betalingen contant plaatsvinden. Hierdoor kan de boekhouding niet dienen als basis voor de aangiften. De inspecteur maakt een redelijke schatting van het inkomen, die X niet overtuigend weet te weerleggen. De vergrijpboete over 2019 wordt verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Daarnaast kent de rechtbank X wegens termijnoverschrijding een immateriële schadevergoeding van € 1500 toe.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:5

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 25 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

305

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen