Rechtbank Gelderland is van oordeel dat verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat geen sprake is van spoedeisend belang, er een te groot restitutierisico is en gezien de complexheid van de zaak nader feitelijk onderzoek nodig is.

Stichting X heeft verzocht om teruggaaf van btw ten aanzien van de aanleg van een kunstgrasveld dat een voetbalvereniging van haar zal huren. De belastinginspecteur heeft de aftrek van voorbelasting geweigerd. Primair omdat volgens hem geen sprake is van ondernemerschap (geen prestaties in het economische verkeer) en subsidiair omdat hij van mening is dat sprake is van misbruik van recht. Daarop heeft X de voorzieningenrechter verzocht om ter zake van de niet verleende teruggaaf een voorlopige voorziening te treffen (hierna: het verzoek).

Rechtbank Gelderland is van oordeel dat het verzoek om meerdere redenen moet worden afgewezen. Zo is niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een spoedeisend belang, omdat geen sprake is van nadelige nevengevolgen van afwijzing van het verzoek, die leiden tot ernstig en onherstelbaar nadeel. Daarnaast is er een te groot restitutierisico en is gezien de complexheid van de zaak nader feitelijk onderzoek nodig.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 12 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen