Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het UWV de bevoegdheid heeft om een eigen afweging te maken over het al dan niet nemen van regres. Er moet alleen worden gekeken naar het bedrag dat het UWV daadwerkelijk heeft verhaald.

Belanghebbende, X bv, is actief als uitzendorganisatie. Zij stelt in dat kader chauffeurs beschikbaar. Vanaf 2009 is de heer C als chauffeur voor haar werkzaam. Begin 2010 is C in zijn woning mishandeld door een groep jongeren. Hierdoor raakt C arbeidsongeschikt. C krijgt eerst een ZW-uitkering en vervolgens een WGA-uitkering. Het UWV ziet ervan af om de uitkeringslasten op de daders van de mishandeling te verhalen. In geschil is of de WGA-uitkering bij de vaststelling van de premiecomponent WGA-lasten flexibele dienstbetrekkingen (2014) in mindering moet worden gebracht op de aan X bv toe te rekenen uitkeringslast, zoals X bv bepleit.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het UWV de bevoegdheid heeft om een eigen afweging te maken over het al dan niet nemen van regres. Voor de toepassing art. 2.18 lid 5 Besluit Wfsv moet alleen worden gekeken naar het bedrag dat het UWV daadwerkelijk heeft verhaald. De omstandigheid dat de uitkeringslasten zijn terug te voeren op de mishandeling en dat de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters pas later is ingevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Het beroep van X bv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen, Sociale zekerheid ziektekosten

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 17 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen