Belanghebbende, X, exploiteert een rundveehouderij met 125 rosékalveren op 7,5 hectare grond waarop onder meer snijmaïs wordt verbouwd. Een deel van het werk besteedt hij uit aan loonwerkers, waaraan hij in 2009 ongeveer € 12.000 heeft betaald. Zijn echtgenote werkt mee in de onderneming, die hij exploiteert als eenmanszaak. Daarnaast werkt X voltijds bij een bouwbedrijf. In 2008 heeft hij 1712 uur en in 2009 1648 uur in dienstbetrekking gewerkt. De belastbare winst van de onderneming is in beide jaren negatief. In zijn aangiften IB 2008 en 2009 houdt X rekening met de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. De inspecteur gaat daar niet mee akkoord, omdat X volgens hem niet voldoet aan het urencriterium. Als rechtbank Gelderland het standpunt van de inspecteur bevestigt, gaat X in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X gelet op het grotendeelscriterium in het urencriterium aannemelijk moet maken dat hij in 2008 meer dan 1.712 uur en in 2009 meer dan 1.648 uur aan zijn onderneming heeft besteed. De omstandigheid dat X zijn urenspecificatie achteraf en gebaseerd op schattingen opstelt, betekent volgens het Hof niet dat die specificatie niet bruikbaar is als bewijsmiddel. Toch slaagt X daarmee volgens het hof niet in zijn bewijslast. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat X een voltijdse dienstbetrekking vervult, werkzaamheden in de veehouderij uitbesteedt aan loonwerkers en dat zijn echtgenote ook meewerkt terwijl haar uren in de urenspecificatie van X zijn begrepen
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 23 april