Belanghebbende, X, verricht in de periode van 1 juli t/m 31 december 2007 werkzaamheden als gastouder. Ze doet dat via gastouderbureau Y. De met die werkzaamheden genoten inkomsten geeft ze aan als resultaat uit overige werkzaamheden. Op de inkomsten van € 4.429 brengt ze € 1.201 aan kosten in mindering. Als de inspecteur haar om een specificatie van de opgevoerde kosten vraagt, biedt X een onkostenspecificatie aan die het gastouderbureau in samenwerking met het belastingadvieskantoor van het gastouderbureau heeft opgesteld. De inspecteur legt de specificatie terzijde maar - omdat het wel aannemelijk is dat X als gastouder kosten heeft gemaakt - stelt hij de kosten in redelijkheid vast op € 500. X gaat niet akkoord met de correctie van € 701.
Rechtbank Breda constateert dat X geen bonnen of andere bescheiden heeft bewaard. Het is aan X om aannemelijk te maken dat zij voor meer dan € 500 aan kosten heeft gemaakt. Het door X aangeleverde overzicht kan niet als bewijs daartoe dienen, aldus de rechtbank. Het overzicht is slechts een algemeen voorbeeld van kosten die een gastouder normaal gesproken pleegt te maken. De rechtbank schuift het beroep van X op het vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel terzijde en verklaart het beroep van X ongegrond.