X is eigenaar van een bedrijfsruimte en is het niet eens met de WOZ-waarde. In beroep laat X zich bijstaan door een gemachtigde. In het beroepschrift draagt de gemachtigde algemene punten aan. Hij geeft aan dat sprake is bodemdaling en palenpest. Hij wil weten waar windmolens en hoogspanningsmasten staan en wil grondstaffels en huurcontracten hebben. De heffingsambtenaar geeft aan dat de gemachtigde voor al zijn cliënten met dergelijke stellingen komt, los van het type object en de ligging.
Rechtbank Noord-Holland geeft bij aanvang van de zitting aan dat de gemachtigde in het beroepschrift algemene stellingen inbrengt die niet of nauwelijks op het object betrekking hebben. Er is geen reden om aan de referentiehuurcijfers van de heffingsambtenaar te twijfelen. Een kopie van de huurcontracten is niet nodig. Met de referentiecijfers maakt de heffingsambtenaar de WOZ-waarde voldoende aannemelijk. X komt wel in aanmerking voor een immateriëleschadevergoeding. De bezwaar- en beroepsprocedure hebben namelijk langer dan twee jaar in beslag genomen.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 17 januari