Hof Den Haag oordeelt dat X ontvankelijk is in zijn hoger beroep ook als enkel nog de hoogte van de proceskostenvergoeding in geschil is.

X is het niet eens met de PKV die de rechtbank hem heeft toegekend in een WOZ-zaak.

Hof Den Haag oordeelt dat X ontvankelijk is in zijn hoger beroep ook als enkel nog de hoogte van de proceskostenvergoeding in geschil is. Anders dan de heffingsambtenaar betoogt is er niet alleen een procesbelang als het rechtsmiddel de indiener in een betere positie kan brengen met betrekking tot het bestreden besluit, maar geldt dit ook voor bijkomende beslissingen zoals de proceskostenvergoeding. Het hof oordeelt verder dat de rechtbank in een WOZ-beroep ten onrechte de wegingsfactor heeft gematigd van 1 naar 0,5. Op grond van de richtsnoeren van de hoven (zie onder meer Hof Den Haag 11 november 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2131, V-N Vandaag 2021/2710) geldt als uitgangspunt wegingsfactor 1, ook in WOZ-zaken en zelfs als het financiële belang van de zaak gering is. Het hof acht in deze zaak een wegingsfactor van 1 aangewezen en ziet verder ook geen reden om de proceskostenvergoeding op grond van art. 2 lid 2 Bpb te matigen. Een matiging van de proceskostenvergoeding ex. art. 2 lid 2 Bpb door het aanpassen van de wegingsfactor – zoals de rechtbank heeft gedaan – is volgens het hof overigens sowieso niet mogelijk aangezien dit in strijd is met systematiek van het Bpb.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 10 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

296

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen