Beeuwkes Thuiszorg bv verzorgt voor de gemeente Harderwijk thuiszorg. Sinds begin 2007 wordt belanghebbende, X, als alphahulp ingeschakeld door Beeuwkes. In de overeenkomsten tussen Beeuwkes, X en de cliënten wordt opgenomen dat Beeuwkes slechts als bemiddelaar optreedt en dat de cliënten als werkgever optreden. X is gedurende de periode 18 december 2008 - 30 januari 2009 arbeidsongeschikt. Zij vordert doorbetaling van haar loon van Beeuwkes over deze periode. Beeuwkes stelt echter dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.
De civiele kamer van Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet beslissend is welke juridische kwalificatie partijen zelf aan hun verhouding hebben gegeven. Volgens het hof is van belang of de (feitelijk) afgesproken rechten en verplichtingen al dan niet voldoen aan de in art. 7:610 BW vermelde vereisten voor een arbeidsovereenkomst. Vervolgens stelt het hof vast dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het hof overweegt daarbij onder andere dat de hoogte van het loon wordt bepaald in de verhouding tussen de alphahulpen en Beeuwkes. Verder wijst het hof er op dat de loonbetaling in overwegende mate (feitelijk) door Beeuwkes geschiedt en dat die betaling slechts een verwijderd en indirect verband heeft met de afdracht van de eigen bijdrage van de cliënten aan het CAK. Het hof stelt X in het gelijk.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 januari