Hof Leeuwarden-Arnhem oordeelt dat X vof in eerste aanleg heeft verzocht om vergoeding van rente over de griffierechtvergoeding, zodat de rechtbank op dit verzoek had moeten beslissen. Slechts in zoverre is haar hoger beroep gegrond.
X vof doet BPM-aangifte voor een Mercedes-Benz B200 CDi met schade en voldoet hiertoe € 314. Volgens Rechtbank Gelderland is de verschuldigde BPM € 298. X vof krijgt voorts een immateriële schadevergoeding van € 1000 en een proceskostenvergoeding van € 1500. X vof maakt in hoger beroep aanspraak op rente over de griffierechtvergoeding vanaf de datum van betaling van het griffierecht aan de rechtbank.
Hof Leeuwarden-Arnhem oordeelt dat X vof in eerste aanleg heeft verzocht om vergoeding van rente, zodat de rechtbank op dit verzoek had moeten beslissen. Slechts in zoverre is haar hoger beroep gegrond. Het EU-recht dwingt echter niet tot vergoeding van rente vanaf de datum van betaling van het griffierecht (zie HR 19 april 2019, 18/01623, V-N 2019/21.12). Wettelijke rente moet pas worden vergoed als het griffierecht niet binnen vier weken na de betreffende uitspraak wordt vergoed. De proceskostenvergoeding wordt gematigd tot € 300, omdat haar gemachtigde in enkele duizenden soortgelijke zaken rechtsbijstand verleent, geen verschil van inzicht bestaat over de feiten en beide gelijktijdig behandelde zaken samenhangend zijn.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 8:74
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 19 januari