Aan X is een naheffingsaanslag en een verzuimboete opgelegd. Na het ontstaan van een betalingsachterstand volgt een dwangbevel. In geschil is of daarbij terecht betekeningskosten van € 154 in rekening zijn gebracht. Bij de rechtbank beroept X zich ten aanzien van het griffierecht vergeefs op betalingsonmacht. X overlegt namelijk financiële stukken over 2018, terwijl de toetsperiode begint op 7 februari 2020, zijnde de datum waarop het griffierecht bij hem is opgevraagd. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch laat de griffier van de rechtbank het voor de beroepsfase betaalde griffierecht aan X terugbetalen. Het hof oordeelt dat X niet kan worden tegengeworpen de verkeerde informatie te hebben verstrekt. De betreffende brief van de rechtbank vermeldt namelijk niet over welke periode de gegevens worden verlangd. X claimt vergeefs een dwangsom van de ontvanger wegens het niet tijdig doen van een uitspraak op bezwaar. Toen X deze in gebreke stelde, was de beslistermijn namelijk nog niet verstreken. Het maakt niet uit dat de ontvanger de ingebrekestelling pas later ontving. Het beroep van X is door de rechtbank ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Er volgt evenwel geen terugwijzing, omdat de X naar behoren is aangemaand en de betekeningskosten dus terecht in rekening zijn gebracht.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Kostenwet invordering rijksbelastingen 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 5 oktober