Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het accepteren van de IB-aangifte van X een ambtelijk verzuim is. Het kantoor van haar gemachtigde stond namelijk vanaf begin 2016 onder scherp toezicht wegens het opvoeren van gefingeerde aftrekposten.
X en haar partner (zie 19/4081) zijn eigenaar van twee woningen. In februari 2012 verlaten zij hun oude woning en staan vanaf dat moment ingeschreven op het nieuwe adres. Vanaf februari 2012 is de oude woning in gebruik bij een derde, die er ook officieel staat ingeschreven. In de IB-aangifte over 2014 worden echter nog steeds de hypotheeklasten van de oude woning afgetrokken. In geschil is of in 2017 terecht een navorderingsaanslag over 2014 opgelegd.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het accepteren van de aangifte een ambtelijk verzuim is. Het kantoor van haar gemachtigde stond namelijk vanaf begin 2016 onder scherp toezicht wegens het opvoeren van gefingeerde aftrekposten. X maakt met haar blote stelling dat de bewoner van de oude woning een soort kraakwacht weliswaar niet aannemelijk dat het een leegstaande woning was (zie HR 7 juni 2013, 12/05459, V-N 2013/29.16), maar dit is nog geen kwade trouw van X of haar gemachtigde. Het beroep van X is gegrond.
Lees ook de thema's Navordering en Eigenwoningregeling
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 12 november